12/16/2025 | News release | Distributed by Public on 12/16/2025 12:16
Het maatschappelijke middenveld ligt onder vuur. Wie te kritisch is, moet het ontgelden, en algemeen wordt er gesnoeid in de middelen. Besparingen, of zit er meer achter? Want het financieel droogleggen van het middenveld raakt de kern van onze democratie.
dinsdag 16 december 2025
De verschillende bestuursniveaus - van federaal over regionaal tot de lokale besturen - hebben het gemunt op ons maatschappelijk middenveld. Nochtans leveren al die sociale organisaties en verenigingen waar burgers het woord nemen, essentieel werk.
Wat op het spel staat, is dan ook veel meer dan de subsidies voor bepaalde organisaties. Het financieel droogleggen van het middenveld raakt de kern van onze democratie: de ruimte om vrij te spreken, te organiseren, om kritisch burgerschap te stimuleren. De lijst van de aangekondigde maatregelen is lang:
De aanval op de werkende klasse is in volle gang: onze pensioenen, onderwijs, sociale voorzieningen en cultuur staan onder druk. Het motto luidt: besparen op de sociale zekerheid om meer geld te geven aan militarisering.
Gelukkig is er ook veel verzet vanuit de vakbonden en het middenveld tegen de regering-De Wever-Rousseau en de andere overheden. Al meer dan een jaar komt de werkende klasse met steun van sociale-culturele verenigingen op straat. Met als hoogtepunt van verzet de grote vakbondsbetoging op 14 oktober met 140.000 deelnemers met ook veel jongeren, vrijwilligers en medewerkers van sociale en culturele organisaties.
De regeringen willen deze tegenmacht breken met een hoop disciplinerende maatregelen. Op die manier willen ze het middenveld lam leggen om zo hun asociale beleid gemakkelijker door te voeren.
De federale wet-Quintin (van de minister van Binnenlandse Zaken) voorziet in een versnelde procedure voor de administratieve ontbinding van een vereniging. Achter de termen als "nationale veiligheid" en "preventie tegen radicalisme" schuilt een mechanisme dat de uitvoerende macht zou toestaan om verenigingen te verbieden zonder tussenkomst van de rechter. Dit gaat regelrecht in tegen artikel 27 van de Grondwet: het recht om zich te verenigen.
In Vlaanderen voerde minister Ben Weyts in oktober de regel in dat organisaties die subsidies krijgen, die middelen niet meer mogen gebruiken om rechtszaken tegen de Vlaamse overheid te bekostigen.
Diezelfde Vlaamse regering presenteerde ook een actieplan tegen gewelddadige radicalisering met de nieuwe bevoegdheid voor ministers om subsidies van eender welke middenveldorganisatie stop te zetten op basis van slechts "vermoedens van betrokkenheid bij extremisme".
Ook in het federaal regeerakkoord 2025-2029 staan verschillende maatregelen die de ruimte voor protest willen beperken. Onder meer de mogelijkheid voor rechters om burgers een betogingsverbod op te leggen.
Met deze aanpak mikken onze overheden ook op zelfcensuur door de organisaties zelf. Ze willen de verenigingen ontmoedigen om het nog op te nemen tegen de regering. Kritisch burgerschap en positieve kleine daden van verzet kunnen aanleiding geven tot een slecht rapport bij de overheid. De schrik om aangepakt te worden of subsidies te verliezen, zit erin.
De aangekondigde asociale maatregelen van de Arizona-regering (indexsprong, besparingen op openbare diensten, verhoging van de btw) zullen leiden tot meer armoede in de samenleving. De overheid investeert steeds minder en minder in de ondersteuning van mensen die het moeilijk hebben. Het zullen opnieuw de middenveldorganisaties zijn die meer hooi op hun vork moeten nemen om mensen te helpen. En zij verzuipen nu al in het werk.
De machtspartijen proberen de subsidies steeds meer te reglementeren en te koppelen aan beoogde resultaten. Het middenveld wordt zo 'verplicht' uitvoerder van hun regeringsbeleid. Uitvoeren mag, kritiek geven niet.
De organisaties geraken zo stilaan in een overlevingsmodus, en dat is waar de respectievelijke regeringen op rekenen. Het middenveld mag wel brandweer spelen voor de sociale drama's, maar niet de mensen verenigen om op te komen voor een socialer beleid.
Hierbij worden ook de vredesorganisaties, de jongerenorganisaties en cultuurverenigingen speciaal geviseerd. Organisaties als Vredesactie en Vrede vzw, die opkomen tegen de nieuwe wapenwedloop en militarisering in België en in de wereld, verliezen bijna al hun Vlaamse subsidies. Durven ageren tegen oorlogsminister Francken wordt afgestraft door de tandem N-VA-Vooruit.
De Waalse regering van MR en Les Engagés kondigde aan dat ze de subsidies voor jeugd- en cultuurverenigingen geleidelijk gaat verminderen. Veertig jeugdorganisaties zoals de studentenfederatie FEF en de ABVV-jongeren worden getroffen.
Bovendien willen MR en Les Engagés ook subsidies schrappen voor jeugdorganisaties die "expliciet aan politieke partijen verbonden" zijn. Dit alles betekent het einde van structurele financiering voor een hele reeks politieke jongerenorganisaties. De kritische stem moet uit debat verdwijnen, vindt het establishment.
België heeft een zeer sterke traditie van middenveldorganisaties. Organisaties die tussen de burgers staan, mensen verbinden, hen verenigen en een rol spelen in het maatschappelijke leven. Samenwerken werkt.
Vandaag staan we voor een shift. Deze traditionele rol van het middenveld willen de rechtse partijen inperken en zo de democratie vernauwen. Premier De Wever spreekt over "het primaat van de politiek". In zijn idee zijn politieke mandatarissen de uiteindelijke beslissers die boven de maatschappelijke organisaties moeten besturen. Vakbonden, ngo's, sociaal-culturele organisaties krijgen minder inspraak. Ze zijn obstakels voor een efficiënte beleidsvoering.
Om dat idee ingang te doen vinden bij het brede publiek, schildert de N-VA die organisaties af als subsidieslurpers of niksnutten. CD&V, Les Engagés en Vooruit, partijen die ooit hun roots hadden in die volksbewegingen, surfen nu mee op die besparingslogica. Onder het mom van 'zonder ons was het nog erger' wordt het kritisch middenveld verder ontmanteld.
In zo'n visie zullen de middenveldorganisaties uiteindelijk vervagen tot verenigingen die braaf tussen de lijnen tekenen en doen wat er van hen gevraagd wordt. Het emancipatorisch karakter om collectief de samenleving te verbeteren, verdwijnt. Opbouwwerkers krijgen dan enkel de opdracht de armen van straat te halen en hen bezig te houden in een buurthuis. En zeker niet de juiste vraag te stellen: hoe kom je als arme in deze situatie terecht?
Voor de PVDA verdient het sociale middenveld duurzame ondersteuning en respect. Middenveldorganisaties zijn experten op hun terrein. Ze signaleren problemen, bieden hulp, versterken mensen en brengen mensen samen. Ze zijn basispijlers in onze samenleving.
De organisaties zelf laten niet op hun kop zitten. In Vlaanderen, Brussel, Wallonië, overal groeit het verzet.
De kracht van het verzet ligt in zijn veelzijdigheid: van christelijke cultuurvereniging tot mensenrechtenorganisatie, van huiswerkbegeleiding tot burgerlijke ongehoorzaamheid, van tijdelijke invulling van leegstaande gebouwen tot platform voor blinden en slechtzienden, van feministische actie tot seniorenwerking. Een diversiteit die elkaar versterkt.
De kracht ligt ook in de collectiviteit: samen zijn we sterker dan alleen.
Het middenveld kan op onze steun rekenen in haar protest tegen deze plannen en voor een breed democratisch speelveld dat mensen versterkt.
Middenveldorganisaties hebben recht op onafhankelijkheid om hun kritische rol te kunnen spelen. Structurele erkenning en een transparante, stabiele financiering is daarvoor essentieel.