06/17/2025 | Press release | Distributed by Public on 06/17/2025 08:10
In een brief in aanloop naar het Kamerdebat van 19 juni over deze onderwerpen, benadrukt de branchevereniging dat een eigen, sterke chemiesector noodzakelijk is voor het waarborgen van onze nationale veiligheid.
De VNCI schrijft in haar brief dat de chemische industrie niet alleen economisch van grote waarde is, met een omzet van gemiddeld 26 miljard euro omzet per jaar en ruim 140.000 banen, maar ook strategisch essentieel. Chemiebedrijven leveren namelijk onmisbare grondstoffen en materialen voor zowel militaire als andere kritische toepassingen. Denk aan beschermende coatings voor marinevaartuigen, brandstoffen voor vliegtuigen en onderzeeërs, componenten voor straaljagers, raketten en satellieten, maar ook foams voor isolatiemateriaal in militaire voertuigen en gehoorbescherming. Nederland huisvest bovendien als enige land in Europa twee producenten van de sterkste vezels ter wereld, Dyneema en Twaron, die worden gebruikt voor kogelwerende vesten, militaire helmen, pantserplaten en helikopters.
Hoewel het strategische belang van een eigen chemische industrie toeneemt in de huidige onrustige wereld, staat de sector zwaar onder druk. Een combinatie van hoge energiekosten, een nationale CO₂-heffing bovenop het Europese ETS-systeem, en dure netwerkkosten maakt dat steeds meer bedrijven hun productie verplaatsen of stopzetten. In de afgelopen twee jaar is de productie in de chemie al met twintig procent gedaald. Zonder concrete overheidsmaatregelen dreigt Nederland een essentiële schakel in de defensie- en veiligheidsketen te verliezen.
De VNCI vraagt de Kamer daarom dringend om steun bij het oplossen van knelpunten en het herstellen van een gelijk speelveld voor de industrie in Nederland. Concreet roept de branchevereniging op tot een herziening van de nationale CO₂-heffing die leidt tot oneerlijke concurrentie binnen Europa, om uitbreiding van de indirecte kostencompensatie (IKC) zodat meer chemiesectoren steun kunnen ontvangen, en om snelle verlaging van energie- en netwerkkosten in lijn met de aanpak in België en Duitsland.